Mineralen & Sporenelementen Mineralen worden ingedeeld in macro- en micro-elementen (mineralen en sporenelementen). Het verschil tussen mineralen en sporenelementen is de hoeveelheid per dag die ons lichaam ervan nodig heeft. Het menselijk lichaam heeft namelijk …
MINERALEN & SPORENELEMENTEN
Mineralen & Sporenelementen
Mineralen worden ingedeeld in macro- en micro-elementen (mineralen en sporenelementen). Het verschil tussen mineralen en sporenelementen is de hoeveelheid per dag die ons lichaam ervan nodig heeft. Het menselijk lichaam heeft namelijk meer mineralen nodig dan dat het sporenelementen nodig heeft. Bij macro-elementen (mineralen) heeft het lichaam per mineraal meer dan 100 mg per dag nodig om alle lichaamsprocessen goed te laten verlopen. Bij micro-elementen (sporenelementen) hebben we per sporenelement minder dan 100 mg per dag nodig.
Functie van mineralen
- Opbouw en herstel van botten en gebit
- Omzetten van energie (ze geven zelf geen energie)
- Regulering van hormoonhuishouding
- Regulering van de waterhuishouding
- Bijdrage aan de verbetering van je immuunsysteem
Wat zijn mineralen
Mineralen zijn vaste stoffen die op natuurlijke wijze zijn gevormd en in kleine hoeveelheden voorkomen in eten en drinken. Mineralen komen voor in de natuur, waar ze opgenomen worden door dieren en planten en waardoor ze in ons eten en drinken terecht komen. Ze zijn onmisbaar voor een goede gezondheid. Mineralen en sporenelementen zijn noodzakelijk voor het functioneren van het lichaam. Mineralen zijn onmisbaar voor het lichaam, het zijn essentiële voedingsstoffen. Ons lichaam kan ze niet zelf aanmaken, daarom moeten ze via onze voeding worden opgenomen. Het lichaam bestaat voor ongeveer 4% uit mineralen. Zonder toevoer van mineralen zouden veel stofwisselingsprocessen niet mogelijk zijn.
Verschil mineralen en vitamines
Een verschil tussen vitamines en mineralen is dat vitamines organische stoffen zijn, ze komen van oorsprong voor in de levende natuur. Mineralen en sporenelementen komen niet voor in de levende natuur, zij zijn dus geen organische stoffen. Mineralen en sporenelementen moeten daarom via planten, water en dieren worden opgenomen. Pas hierna kan de mens ze binnenkrijgen door middel van eten of drinken.
Mineralen
- Calcium
- Chloor
- Fosfor
- Kalium
- Magnesium
- Natrium
Sporenelementen
- Chroom
- Fluoride
- IJzer
- Jodium
- Koper
- Mangaan
- Molybdeen
- Seleen
- Zink
Chroom, ijzer,koper, mangaan, molybdeen en zink zijn, metalen (maar natuurlijk ook sporenelementen)
Calcium
Calcium (kalk) is onmisbaar voor de opbouw en herstel van botten en het gebit, het zorgt voor stevigheid. Ook gaat het op latere leeftijd botontkalking tegen. Vooral voor zwangere vrouwen, baby’s, kinderen en ouderen is dit mineraal zeer belangrijk. Een tekort aan calcium maakt botten broos en het gebit slecht. Calcium komt vooral voor in zuivelproducten zoals melk en kaas en wordt in de darmen opgenomen in het bloed. Voor een goede opname van calcium is vitamine D onmisbaar. Zonder vitamine D heeft zelfs inname van (grote) hoeveelheden calcium geen enkele zin.
Chloor
Chloor staat ook wel bekend als chloride en komt vooral voor in de vorm van zout. Chloor komt vooral voor in voedsel in combinatie met natrium. Natrium en chloor hebben samen de functie om de vochthuishouding in balans te houden. Chloor speelt ook een belangrijke rol in de spijsvertering van eiwitten in de maag. Een chloor tekort komt nauwelijks voor, dit komt omdat zout in overvloed aanwezig is in voedsel.
Chroom
Chroom staat ook wel bekend als chromium. Chroom speelt een belangrijke rol bij een goede werking van het hormoon insuline en het handhaven van de bloedsuikerspiegel. Daarnaast speelt het ook een belangrijke rol bij de koolhydraat- en vetstofwisseling. Doordat chroom de bloedsuikerspiegel stabiel houdt, kan het een positief effect hebben op je hongergevoel, waardoor je minder snel aankomt of sneller afvalt. Door pieken in je bloedsuikerspiegel kun je namelijk trek krijgen in zoetigheid.
Fosfor
Fosfor zorgt samen met calcium voor de stevigheid van botten en het gebit. Fosfor is ook nodig voor de vet- en eiwitstofwisseling en de resorptie van koolhydraten ook maakt het deel uit van het DNA.
Fluoride
Fluoride is een sporenelement dat helpt bij de bescherming van tanden en helpt bij het tegengaan van tandbederf ook verstevigt fluoride de botstructuur. Fluoride wordt opgenomen in het tandglazuur en wordt ingebouwd in het bot, zo verstevigt fluoride de botstructuur. Fluor in pure vorm is een giftig gas. Fluor is daarom in voeding altijd gebonden aan een andere stof, zoals natrium of calcium. Als het verbonden is met een andere stof, is het niet meer giftig en heet het fluoride.
IJzer
IJzer is een mineraal dat in twee vormen voorkomt in voeding. Heemijzer en als non-heemijzer, heemijzer komt voor in dierlijke producten zoals vlees en vis en non-heemijzer komt vooral voor in plantaardige voedingsmiddelen zoals bijvoorbeeld groente. Het lichaam kan heemijzer beter opnemen dan non-heemijzer uit plantaardige producten. IJzer is nodig voor de vorming van rode bloedlichaampjes. Rode bloedlichaampjes vervoeren zuurstof van de longen naar de weefsels in de organen. Ieder mens heeft ijzer nodig, extra ijzer hebben vrouwen nodig voor de vorming van nieuw bloed na de menstruatie en na en vóór de bevalling. Een ijzertekort kun je herkennen aan vermoeidheid, bleke huid en snel buitenadem zijn.
Jodium
Jodium is een mineraal dat zorgt voor een goede werking van de schildklier. De schildklier produceert verschillende hormonen die belangrijk zijn voor de stofwisseling, groei en ontwikkeling van het zenuwstelsel. Mensen met een trage schildklier doen er goed aan veel voedingsmiddelen te nuttigen waar jodium in voor komt. Vooral in water, spinazie, vis en schaal- en schelpdieren, maar ook in brood en zuivelproducten komt jodium voor.
Kalium
Kalium bevindt zich vooral in de lichaamscellen. Kalium is onmisbaar voor een goede werking van cellen, weefsels en organen ook speelt kalium een rol bij de samentrekking van spieren. Samen met natrium en chloor zorgt het voor een goede vochthuishouding. Kalium heeft een positief, verlagend effect op de bloeddruk. Kalium komt vooral voor in melk, vruchten, bouillon, groenten en aardappelen. Veel voedingsmiddelen bevatten kalium, daardoor komt een kalium te kort niet zo vaak voor bij normale, gevarieerde voeding.
Koper
Koper is een sporenelement, het lichaam heeft er maar erg weinig van nodig. Koper is onder andere nodig bij de vorming van bindweefsel en botten. Ook zorgt koper voor de aanmaak van pigmentcellen voor haar en huid en koper zorgt voor een goed afweersysteem. Koper helpt ijzer om opgenomen te worden in het lichaam. Een kopertekort kan dus ook een ijzertekort opleveren.
Magnesium
Naast calcium is magnesium het tweede bestanddeel van botten. Naast de opbouw van botten zorgt magnesium ook voor de opbouw van lichaamseiwit, het doorgeven van prikkels in spieren en zenuwen en zorgt het voor het goed functioneren van spieren (zoals bijvoorbeeld het hart). Magnesium komt in bijna alle voedingsmiddelen voor. Hierdoor is de kans op een magnesiumtekort zeer klein. Bij een langdurig magnesiumtekort kunnen er klachten optreden als maagkrampen, irritatie van de zenuwen in de ogen, vermoeidheid en zelfs hartritmestoornissen.
Mangaan
Mangaan is een sporenelement dat onderdeel is van een aantal enzymen die betrokken zijn bij de energiestofwisseling. Mangaan is betrokken bij de stofwisseling van aminozuren, koolhydraten en cholesterol. Ook draagt mangaan bij aan de bescherming van lichaamscellen bij stress. Mangaan komt voor in volkoren graanproducten, groente en fruit en thee.
Molybdeen
Molybdeen is een sporenelement dat betrokken is bij de stofwisseling en bij de vorming van verschillende enzymen, die weer nodig zijn voor de stofwisseling van koolhydraten en vetten. Ook speelt molybdeen een rol bij de normale groei en ontwikkeling. Molybdeen zit onder andere in graanproducten, tarwekiemen en pitten en noten.
Natrium
Natrium komt vooral voor in onze voeding in de vorm van keukenzout. Natrium en chloor samen maken deel uit van zout (natriumchloride). Natrium is nodig voor de vochtbalans in je lichaam en speelt ook een belangrijke rol bij het regelen van je bloeddruk. Een teveel aan natrium is erg ongezond, zeker op de lange termijn. Dit zorgt voor een hoge bloeddruk en een hoge kans op hart- en vaatziekten. Tegenwoordig zit er veel te veel natrium in de voeding, wat betekent dat mensen te veel natrium binnenkrijgen.
Seleen
Seleen is een sporenelement dat dezelfde werking heeft als een antioxidant. Seleen gaat de vorming van schadelijke stoffen in het lichaam tegen. Seleen zit in de lever en beschermt rode bloedlichaampjes en cellen tegen beschadiging. Seleen zit in veel voedingsmiddelen, zowel in dierlijke- als in plantaardige producten. Seleen is ook van belang voor een goede weerstand, ontwikkeling van zaadcellen en voor gezond haar.
Zink
Zink is een belangrijk mineraal dat verschillende functies heeft binnen het menselijk lichaam. Zink speelt een rol bij de opbouw van eiwitten en daarmee ook voor de groei en vernieuwing van weefsel. Zink zorgt voor gezonde botten, haar en huid. Ook draagt zink bij aan de vruchtbaarheid en aan ons immuunsysteem. Daarnaast is zink nodig om koolhydraten af te breken, wat erg handig kan zijn als je wilt afvallen.
Lees verder over de macronutrienten zoals: